Klasse 2 endurance - Hoe bereid ik mij voor?

Je houdt van de natuur en rijdt graag buiten met je paard. Je hebt gehoord van zogeheten Endurancewedstrijden waarbij je lange afstanden te paard aflegt. Via onze blog; 'hoe te beginnen met endurance?' hebben wij je al tip en trucks gegeven over hoe je met endurance kunt starten. In deze blog gaan we dieper in op je novice kwalificatie en hoe je je nou voorbereid op een stapje verder. Klasse twee of misschien wel klasse drie!

 

Binnen de klasse twee worden meestal twee, soms drie afstanden aangeboden. We kennen de klasse twee kort (40 - 49 km), de klasse twee midden (50-59 km) en de klasse twee lang (60 - 79 km). Wanneer je drie keer een klasse één goed hebt uitgereden, ben je gekwalificeerd om aan alle drie deze klasse twee afstanden mee te doen. We raden je aan te beginnen met de klasse twee kort. In endurance hebben we de vuistregel, verhoog eerst je afstand, dan pas je snelheid. Rijd je je eerste klasse twee? Doe dit dan rustig aan en niet sneller dan je snelste klasse één. De volgende wedstrijd kun je dan wat sneller en daarna kan je eens een klasse twee midden proberen. Zo bereidt je jezelf en je paard goed voor om een langere afstand goed uit te rijden. Zelf houdt ik altijd 1 wedstrijd per 6 weken aan. Gemiddeld doe je dus een heel seizoen over het goed uitrijden van een klasse twee voordat je de sprong maakt naar de klasse drie.

Hoe behaal ik mijn novice kwalificatie?

Je hebt het vast wel eens in de wandelgangen gehoord. De novice kwalificatie. Waarom is dat voor sommige zo belangrijk?

Wanneer je internationale ambities hebt, moet je van de FEI je zogeheten Novice kwalificatie halen.

Je kunt pas beginnen met je novice wanneer het paard 5 jaar oud is.  De volgende wedstrijden moeten met goed gevolg worden afgelegd:

  • 2x een klasse twee wedstrijd tussen de 40 en de 79 km met een snelheid onder de 16 km/u. Deze afstanden betreffen een ééndaagse wedstrijd
  • Wanneer je dat goed hebt afgelegd moeten er ook nog twee klasse drie wedstrijden worden gereden tussen de 80 en de 100 km met een snelheid onder de 16 km/u. Deze afstanden betreffen een ééndaagse wedstrijd. Daarnaast is het mogelijk om één van deze twee klasse drie wedstrijden te verrijden als een meerdaagse wedstrijd. Hiervoor geldt dat er minimaal 40-50 km per dag moet worden gereden om te voldoen aan de kwalificatie. Ook hierbij geldt een maximale snelheid van 16 km/u.

Deze hele novice dient binnen een periode van twee aaneensluitende jaren te worden voltooid en je mag er niet korter over doen dan 12 maanden.

Voor paarden ouder dan 8 jaar die in de afgelopen drie jaar voor de FEI wedstrijd een totaal aan 480 km aan goedgekeurde wedstrijden hebben gelopen geldt een uitzondering voor de novice. Wel tellen voor deze 480 km alleen wedstrijden van 80 km of langer mee.

Trainen voor je eerste klasse twee.

Hoe train je voor een eerste klasse twee endurancewedstrijd? Laten we beginnen met te waarschuwen dat de meeste mensen eerder te veel trainen voor een endurancewedstrijd dan te weinig. 

 

Wanneer je traint voor de hogere wedstrijden houd ik in mijn training meestal één trainingsuur per week aan per 10 km wedstrijdafstand. Heb ik een 60km wedstrijd? Dan zorg ik dat ik minimaal 6 uur per week train. Heb ik een 80 km wedstrijd? Dan zorg ik dat in minimaal 8 uur per week train. Dit doe ik op rustig tempo. Ik stap heel veel. Sowieso begin ik mijn trainingen altijd met 20 minuten instappen en 20 minuten uitstappen. Daartussenin wissel ik af met draf, stukje stap en stukjes galop. Alles in een mooi beheerst tempo. Ook mijn galop is niet meer dan een rustige handgalop. Naar mate mijn tempo op de wedstrijd toe neemt, bouw ik ook meer galop in. Zo verleng ik de stukken galop maar hou het tempo rustig. Meestal rond de 16 per uur maar zeker niet boven de 18. Galoptrainingen zijn pas nodig vanaf een klasse drie. Uiteraard is voor ieder paard het comfortabele galoptempo weer anders. Met een groter paard kom je eerder richting de 18 of 20 per uur. Snelheden daarboven is voor de endurance niet interessant om te trainen.

 

Ook nu zorg ik er weer voor dat mijn paard in balans loopt, recht loopt en ontspannen is. Plezier moet nog altijd voorop staan. Ook wanneer je serieus traint voor de internationale afstanden. Ook wissel ik regelmatig van been in draf maar ook in galop zodat alles gelijk wordt belast. Meestal wissel ik iedere kilometer van been.

 

Wanneer je verder komt in de endurance pak ik ook veel dressuurtraining erbij en balkjes lopen voor de afwisseling. Ik focus mij dan voornamelijk op:

  • Coördinatie training
  • Krachttraining
  • Scherper krijgen op de hulpen
  • Galopwissel

 

Trainen voor de endurance is dus zeker niet uren lang jakkeren door het bos! Ook rust is erg belangrijk. Geef je paard voor je wedstrijd minimaal drie dagen vrij.  Op deze manier kun je supercompensatie opbouwen. Hier ga ik in mijn volgende blog verder op in. Eventueel longeren om de spieren soepel te houden kan prima. Verder lekker vrij bewegen in de wei of paddock. Daarnaast zorg ik dat ook in de trainingen er regelmatig een dag vrij gegeven wordt. Ik houd aan, één dag trainen, één dag rust. Met eens in de drie weken, drie volle dagen achter elkaar vrij. Ook na een wedstrijd geef ik mijn paard rust. Ik houd aan één dag rust per 10km. Dus voor een 40km wedstrijd krijgt mijn paard vier dagen rust na de wedstrijd. Was de wedstrijd toch intensief voor hem? Dit kan ook op mentaal gebied zijn! Dan geef ik hem een dag extra. Ook tel ik vanaf de 80km een dag rust extra. Zo houdt je je paard fit en gezond!

Voorbereidingen endurance wedstrijd - Heb ik een groom nodig?

Dan komt de endurancewedstrijd in zicht en begin je met de voorbereidingen. Vanaf de klasse twee is het belangrijk te kijken naar wat je plan is. Ga je wat meer tempo rijden en heeft je paard nog redelijk wat haar? Scheer hem dan. Je paard gaat hier echt voordeel van ondervinden! Een nat paard met lang haar wordt veel minder snel droog, krijgt het sneller koud en kan ook de hitte minder goed kwijt.

 

De meeste ruiters rijden op een gegeven moment met hartslagmeter en sporthorloge. Vanaf de klasse twee is het rijden met een sporthorloge wel heel fijn. Zeker wanneer je voor de novice kwalificatie rijdt. Zo hou je goed je snelheid in de gaten zodat je niet te vroeg binnenkomt. In de klasse twee zelf geldt geen maximale snelheid. Wel is er een minimale snelheid van 9 km/u.  Ook start je middels een massastart. Dit kan voor een paard best spannend zijn dus oefen thuis dat je je paard kunt houden terwijl je maatjes bij hem weg galopperen.

 

Een hartslagmeter is niet noodzakelijk maar wel fijn om te hebben zodat je weet wanneer je paard een hartslag heeft van onder de 60 slagen per minuut zodat je hem op tijd kunt aanbieden bij de veeartsen. Er zijn ook losse vet checks verkrijgbaar die je alleen in de vetgate gebruikt. Deze kun je koppelen aan je telefoon maar kan ook werken via je horloge.

 

Rij je altijd met telefoon en heb je een beetje batterij? Dan zijn er ook een aantal gratis apps te downloaden die je gereden kilometers en snelheid bijhoudt. Een bekende app hiervan is Endomondo. Deze is soms ook te koppelen aan een hartslagmeter. Vergeet hem niet bij de start aan te zetten en zorg voor voldoende batterij! Je moet in geval van nood wel je telefoon kunnen gebruiken om nog mee te bellen!

 

Rij je een wedstrijd zonder lintjes, dan is het aan te raden om een sporthorloge aan te schaffen waar je ook de routes in kunt laden. Een betaalbaar voorbeeld van zo'n horloge is de Polar V800. Deze zijn nieuw niet meer verkrijgbaar maar via marktplaats is er nog volop aanbod. Het nieuwe model van Polar is de Polar Vantage V. Let op dat je wel de V uitvoering koopt en niet de goedkopere M uitvoering. Deze laatste heeft namelijk geen mogelijkheid om routes in te laden.


Een vraag die we vaak krijgen is; heb ik een groom nodig? Een groom is een vriend/vriendin/kennis/stalgenootje of familielid die mee gaat om je te ondersteunen. Hij/zij kan water aangeven onderweg en je paard vasthouden terwijl jij opzadelt. Ontzettend  handig en je kan je echt je voordeel mee doen. Een groom kan je niet helpen de wedstrijd te winnen, maar wel zorgen dat je hem verliest. Het is dus belangrijk dat je wel je grooms goed instrueert. Wanneer je een klasse twee op langzaam tempo rijdt in niet te heet weer dan is de klasse twee nog mogeljik zonder groom. Daarna is het rijden zonder groom eigenlijk niet meer mogelijk. Met warm weer of winderig kouder weer is het hebben van een groom echt noodzakelijk om de juiste zorg voor je paard te kunnen blijven bieden.

De endurance wedstrijd

En dan is het zo ver! Je hebt alles voorbereid, al je spullen gepakt! Je bent er klaar voor!

Zelf vind ik het altijd fijn om 2 uur van tevoren aanwezig te zijn. Ik ken het terrein niet, weet niet hoe lang het lopen is van de trailer naar het startterrein. Rij je de endurancewedstrijd in Otterlo? Zorg dan dat je er minimaal 2,5 uur van tevoren bent vanwege de lange looproutes van en naar de trailer.

 

Aankomst op het wedstrijdterrein

Wanneer je aankomt op het terrein, begin ik altijd met aanmelden. Dan krijg ik gelijk mijn nummer en vetkaart. Op deze laatste kaart worden alle waardes van mijn paard opgeschreven. Hier komen we later op terug.

 

Vervolgens ga ik terrein verkennen. Waar moet ik mijn paard laten keuren? Waar is de start? Waar is de vetgate? Waar is de finish? Welke kant moet ik op wanneer ik gestart ben. Vanaf welke kant kom ik binnen ben na de eerste ronde. Hoe kom ik bij de finish? Hoe is de aanloop route naar de finish voor wanneer ik in een eindsprint kom? Hoe is de ondergrond. Zijn er bochten? Moet ik de binnen- of buitenbocht nemen en hoeveel uitloop heb ik na de finish. Kan ik mijn paard rechtdoor uit laten lopen? Moet ik een bocht om of vol op de rem? Informatie die je veel voordeel op kan leveren in de wedstrijd.

 

Daarna richt je je pauze plekje in. Een stoeltje voor jezelf. Een emmer drinkwater voor je paard, zijn emmertjes voer en slobber. Een zak hooi. Vergeet ook niet emmers koelwater en sponsen klaar te leggen. Ook moeten er voldoende dekens klaarliggen. Is het heel warm of voorspellen ze regen? Zorg dat voor een kleine partytent die je op kunt zetten zodat je paard wat beschutting heeft. In Nederland mag de tent niet groter zijn dan 3 x 3 m.

 

Daarna ga ik rustig mijn paard uit de trailer halen. Ik kijk of hij nog wat wil drinken of eten. Daarna ga ik ongeveer een uur voor de start met hem wandelen. Gewoon lekker doorstappen met af en toe een plukje gras. Dit doe ik zo'n twintig minuten. Daarna, als zijn spieren goed warm zijn, ga ik naar de dierenarts. Wanneer het nog koud is 's morgens, zorg ik dat er één of twee zweetdekens over zijn kont liggen, zodat zijn spieren niet afkoelen. Ik doe de dekens vaak alleen over zijn kont. Niet helemaal om. Dit om te voorkomen dat het paard te warm wordt en zijn hartslag omhoog gaat. Ook laat ik hem de laatste 5 minuten niet meer eten of drinken. Want ook door te eten en te drinken gaat zijn hartslag omhoog. Vervolgens ga ik nog heel even naar een stukje hoog gras om te kijken of hij moet plassen. Daarna loop ik door naar de dierenarts. Mijn startnummer heb ik om, mijn paspoort in mijn handen en mijn vetkaart veilig weggestopt in mijn zak.

 

De voorkeuring

De voorkeuring voor de klasse twee is niets anders dan je al gezien hebt in de klasse 1.  In deze link wordt alles in detail uitgelegd

ASE-Bisiriya-Hlayyil

De start

De start bij de klasse twee is anders dan bij de klasse één. Je gaat naar de start, laat je starttijd opschrijven en maakt je klaar voor de massastart. Bedenk vooraf welke snelheid je wilt rijden. Wil je rustig aan doen? Dan is het raadzaam om niet vooraan mee te starten. Sluit achteraan aan of start een paar minuten na de massa. Dit is geen probleem en is gewoon toegestaan. Hierdoor is het wellicht makkelijker om je fitte paard onder controle te houden.

Ga je voor de winst? Onthoudt dan dat de wedstrijd wordt verreden over twee rondes. Het heeft dus geen zin om direct een flink tempo aan te zetten om de groep voor te blijven. Rijdt een tempo wat jij fijn vindt en wissel je positie af zodat je paard niet altijd voorop hoeft te lopen. Hierdoor spaar je je paard en dus ook zijn energie.

Tijdens de rit probeer ik de spieren van het paard af te wisselen. Ik probeer een constant tempo te rijden.

 

Vetgate

Anders dan in de klasse één heb je nu te maken met de vetgate. Dit is een korte pauze tussen de rondes door. Je rijtijd stopt pas op het moment dat je bij de Vet-in bent. Dit is het gebied waar de dierenartsen je paard zullen keuren. Het is dus raadzaam om een km voor de vetgate al in tempo terug te gaan zodat je paard vast kan beginnen met herstellen. Het is ook toegestaan om naast het paard te gaan lopen en zo wandelend de vetgate binnen te komen.

Ieder paard is anders. Met mijn paard Marajó kon ik in galop binnenkomen. Het zadel werd bijna letterlijk onder mijn kont vandaan getrokken door de grooms en we boden gelijk aan. Zijn hartslag was altijd goed. In 2018 reed ik met de ruin Ralihadiyah. Hij had soms wel 10 minuten nodig om de juiste hartslag te krijgen. Met hem kwam ik vaak wandelend binnen, haalde ik het zadel af, koelde ik een paar keer en bood toen pas aan. Let wel op met koelen! Je kan ook te veel koelen waardoor de hartslag van je paard weer omhoog gaat! Laat hem ook niet drinken of eten voor je hem aanbiedt, ook hierdoor kan de hartslag omhoog schieten.

Het beste neem je het zadel af, koel je wat op zijn hals en neem je de hartslag op. Is de hartslag van je paard nog te hoog? Ga heeeeel langzaam voetje voor voetje met hem stappen. Door de wind kan hij ook afkoelen. Sta stil, gooi er nog wat koelwater over heen. Ook aan de binnenkant van de achterbenen. Meet hem opnieuw op en herhaal het riedeltje opnieuw. Bij koud weer is het soms raadzaam om toch een zweet deken over de kont van je paard te leggen ondanks dat je hem probeert af te koelen. Hij heeft net flink gerend en staat nu ineens stil. Hij kan dan ineens opstijven waardoor zijn hartslag misschien wel goed is maar je er alsnog uit gaat op locomotie.

Ook voorkom koelen op de plek waar het zadel ligt. Er is kans dat hij daardoor gevoelig wordt op zijn rug.

 

Is de hartslag van je paard goed? Dan biedt je hem kaal aan. Dus zonder zadel en/of beenbeschermers. Er wordt weer naar dezelfde punten gekeken als bij de voorkeuring. Is de hartslag van je paard te hoog? Ga hem dan opnieuw koelen. Je hebt 10 minuten de tijd om hem opnieuw te presenteren. Is je paard afgekeurd? Dan moet je een half uur later alsnog naar de nakeuring. Is je paard helemaal goed? Dan ga je naar het pauze plekje dat je vooraf hebt opgezet.

 

Ook tijdens de pauze ben je druk. Je begint met je paard te laten eten (Pas op met krachtvoer!) en drinken en spons hem netjes af met koelwater.  Ook maak je je singel en je bit schoon voor de volgende ronde. Evt een nieuw dekje klaarleggen en zorgen dat je peesbeschermers zandvrij zijn. Zorg dat je paard het niet te koud krijgt! Meet tussendoor nog een keer zijn hartslag op. Blijf goed op het paard letten. Misschien was hij wel goedgekeurd bij binnenkomst maar begint hij er nu toch minder uit te zien. Heb je twijfels of je paard fit to continue is? Dan kun je bij de dierenarts altijd een re-check aanvragen. De meest gemaakte fout is dat het paard het koud krijgt in de vetgate. Hou hem warm met dekens. Heel veel dekens. Meerdere laagjes en voel telkens weer of hij niet te warm of te koud is en wissel je laagjes indien nodig. Na 15 minuten doe ik vaak hapje stapje. Dat houdt in dat ik heel langzaam met mijn paard ga stappen over het vetgate terrein en hem steeds hooi aanbiedt zodat hij blijft eten. 

 

Ook denk ik in deze pauze altijd na over mijn strategie. Hoe voelde mijn paard de eerste ronde? Kan hij nog wat harder of moet ik juist gas terugnemen? Ga ik voor de winst? Zo ja, hoeveel tijd zit er tussen mij en de nummers voor en achter mij? Deze informatie kun je verkrijgen bij de time-in. Gaat de nummer één vijf minuten eerder weg dan jou en wil je bijrijden? Bekijk welke snelheid de nummer één de eerste ronde heeft gereden en reken dan uit hoe hard je moet rijden om hem bij te rijden. Probeer niet in het eerste kwartier bijgereden te zijn maar reken het uit en zorg dat je met minimale versnelling toch binnen een uur kunt bijrijden. Zo hoef je niet direct vol gas te geven en spaar je je paard voor de latere eindsprint. Ook is het belangrijk dat je kijkt naar het terrein. Heb je eerst een stuk vlak en dan een stuk heuvels? Dan is het wellicht beter om op het vlakke terrein wat meer snelheid te maken. Wellicht is jouw paard juist sterker in de heuvels? Dan kan je juist daar je voordeel behalen.

 

Bedenk van tevoren hoe lang jij nodig hebt om op te zadelen, zodat je niet te laat bent maar ook niet te vroeg zodat je paard onnodig lang met zijn zadel op staat. Ik begin meestal 8 minuten van tevoren heel rustig met opzadelen en ik zorg dat ik een minuut voor vertrek bij de Time-out sta zodat ik op tijd weg kan.

 

Finish

De tweede ronde rij ik vaak iets sneller dan de eerste ronde zodat ik een mooie opbouwende rit heb. Uiteraard blijf je kijken naar je paard en pas je je tempo daar op aan. Rijdt je samen met een ander om de eerste plaats? Zorg dan dat je de eindsprint niet te vlot inzet. Je loopt dan kans dat je paard moe is voor hij de eindstreep heeft gehaald. Hoe vaak zie je wel niet twee koplopers te vroeg sprinten en dat vervolgens de nummer drie ze vlak voor de finish inhaalt omdat de andere twee geen energie meer hebben. Bedenk met de eindsprint ook of het verantwoord is om op die plek een eindsprint te doen. Hoe is de ondergrond? Is er ruimte genoeg om je paard na de finish weer terug te kunnen nemen? Je kan er ook voor kiezen om hand in hand te finishen. In dat geval wint degene met de laagste hartslag op de nakeuring.

Er  is bij de finish van de klasse twee geen hartslag controle. Je kunt na de finish dus direct naar je pauze plekje terug. Vergeet niet de finish tijd op je kaart te laten schrijven!

ASE-Bisiriya-Hlayyil

Je moet zorgen dat je 30 minuten na je aankomsttijd terug bent bij de dierenartsen voor de nacontrole.

 

In de pauze heeft je paard lekker de tijd om te eten en te drinken. Zorg dat je een lekker buffet voor hem hebt. Is je paard een moeilijke eter? Leen dan wat muesli of slobber van je buurvrouw zodat hij een keer wat nieuws kan proberen. Is je paard een moeilijke drinker? Zorg dan dat je de slobber extra nat maakt zodat hij extra vocht binnen krijgt.

Heeft je paard last van te weinig darmgeluiden en eet hij slecht hooi? Zorg dat dan je voorgeweekte bietenpulp bij je hebt!

 

In de pauze kan je je paard ook lekker schoon sponsen. Al het modder en zweet er af. Zorg wel dat je paard warm blijft. Doe een deken op zijn kont en voel regelmatig of hij nog goed aanvoelt. Staat er een wind? Wees dan alert! Ook al staat je paard normaal zonder deken buiten? Nu heeft hij echt een deken nodig!! Onderschat dit niet!

 

Ongeveer tien minuten voor de keuring is het tijd voor hapje stapje. Dit betekent dat je heel rustig met je paard gaat wandelen met een pluk hooi of emmer slobber in je hand. Hij mag ook een plukje gras onderweg. Houd hem in beweging maar zorg ook dat hij blijft eten!

 

Vijf minuten voor de keuring stap ik alleen maar en laat ik hem niets meer eten en drinken. Dit om te voorkomen dat zijn hartslag omhoog gaat. Ik zorg dat ik mijn vetkaart in mijn hand heb en loop weer naar de dierenartsen voor de laatste controle, de nakeuring.

De nakeuring

De nakeuring is net zo belangrijk als de voorkeuring. Komt je paard hier niet doorheen, dan is het over en uit. Je paard moet fit to continue zijn. Dit houdt in dat hij eigenlijk fit genoeg moet zijn om nog een rondje te kunnen. Ze kijken hierbij ook naar singelplekken, zadeldrukkingen en wondjes in de mond.

Alle checkpunten die op de voorkeuring zijn doorlopen worden ook dit maal opnieuw bekeken. Ook moet de hartslag weer onder de 60 slagen per minuut zijn.

Wanneer alle punten goed zijn, mag je voordraven. Is ook het draven goed, dan heb je aan alle criteria voldaan en ben je goedgekeurd! Gefeliciteerd! Heb je ook nog binnen de tijd gereden? Dan heb je je eerste winstpunt binnen!

 

Nu kan je lekker genieten van je roze wolk. Vergeet niet om ook na de nakeuring goed voor je paard te zorgen. Laat hem lekker grazen en rusten in de paddock voor je hem in de trailer zet en zorg opnieuw dat hij het niet te koud heeft!

 

Eenmaal thuis kun je enthousiast verder met het plannen van je volgende wedstrijd, want eerlijk is eerlijk, endurance rijden is verslavend!

Zorg wel dat je niet meer dan één wedstrijd per maand plant voor je paard. Fysiek kan hij het wellicht prima aan maar mentaal is het aardig veel voor zo'n paard. Geef hem dan ook de tijd dit goed te verwerken zodat hij helemaal klaar op de volgende wedstrijd aankomt!

ASE-Bisiriya-Hlayyil

Over de blogger

Talitha Bakker van Arabian Stud Europe is actief binnen de endurancsport sinds 2014. Ze heeft een eigen fokkerij van Arabische volbloedpaarden sinds 1997 genaamd Arabian Stud Europe die zich richt op het fokken van Arabische volbloed show- en sportpaarden. Daarbij zijn er meerdere paarden afkomstig uit deze fokkerij die op het hoogste internationale niveau lopen.

Talitha zelf heeft internationaal gereden met de zelfgefokte paarden ASE Marajó en ASE Bisiriya Hlayyil t/m de CEI 2*. Deze zijn helemaal vanaf het nulpunt opgetraind naar internationaal topniveau. Op dit moment heeft ze de jonge merrie ASE Falaree in training voor de Internationale wedstrijden waarbij ze momenteel bezig zijn met het behalen van de novice kwalificatie, in de hoop om in 2022 de start te maken op FEI niveau.

ASE-Marajó

In onze volgende blog gaan we kijken naar de klasse twee je novice kwalificatie om internationaal te gaan starten. Ben je benieuwd naar onze endurance paarden? Bekijk ze op onze site! Wil je graag starten met endurance? Lees dan onze blog hoe te beginnen met endurance!

Ook hebben wij diverse hengsten ter dekking met sport resultaten.

Wil je kijken hoe je de sport kan combineren met het fokken van een veulen? Bekijk dan onze vorige blog: Het combineren van sport vs fokkerij!